Ontwikkeling wespennest Zodra het warmer wordt ontwaakt de koningin uit haar winterslaap, en gaat ze op zoek naar een geschikte plaats om een nieuw nest te bouwen. Wespennesten komen op de meest vreemde plaatsen voor. Ze kunnen in spouwmuren , in de grond, tuinhuisjes, vogelhuisjes, onder kozijnen, in struiken en hagen en vaak onder dak- en dakkapel worden gemaakt. Het nest wordt hoofdzakelijk gemaakt van hout, dat de wespen fijnkauwen tot een soort papier-maché. Hiervan maken ze het nest, en nadat de eerste raten gemaakt zijn worden daar eitjes in gelegd. Na 3-4 weken komen de eerste wespen uit de eitjes. Deze noemen we de werksters. Deze zorgen voor het maken van het nest en het voeren van de larven. Dit gaat door tot het einde van de zomer. Aan het eind van de zomer komen de laatste eitjes uit, dit zijn echter geen werksters, maar mannetjes en koninginnen. De hoeveelheid koninginnen en mannetjes is afhankelijk van de grote van het nest. Dit zijn de laatste ontwikkelingen van een wespennest. Na de bevruchting van de koningin en voor het intreden van de winter periode gaan de nieuwe koninginnen op zoek naar geschikte schuilplaatsen waar ze zullen overwinteren. Na overwintering begint deze cyclus opnieuw. Alle werksters, mannetjes en de 'oude' koningin gaan dood en het wespennest blijft leeg achter. Dit nest zal nooit opnieuw gebruikt worden het volgende voorjaar.